En hij zei tegen hen: ‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend. Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’
Nadat hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterhand van God. En zij gingen op weg om overal het nieuws bekend te maken. De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.
«I am the voice» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«Dream» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
«Dream» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Het Stellenbosch university choir zingt The Lord goes up with shouts of joy. Woorden uit Psalm 47.
Onder gejuich steeg God omhoog,
de HEER steeg op bij hoorngeschal.
Zing voor God, zing een lied,
zing voor onze koning, zing hem een lied:
God is koning van heel de aarde.
Zing een feestelijk lied.
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 16, vanaf vers 15.
Nadat Jezus voor de laatste keer het woord gericht heeft tot zijn leerlingen, is Hij ten hemel opgenomen. Dan gaan de leerlingen er op uit en beginnen aan hun opdracht: het goede nieuws te verkondigen. Het is een einde, maar ook een begin. En terwijl je nu aan het bidden bent: wat is er in jouw leven nu aan een eind aan het komen? Misschien waren er zegeningen in deze paastijd, dingen die je zijn overkomen in de laatste paar weken en waar je God voor wil bedanken.
En is er ook sprake van iets dat aan het beginnen is? Misschien wordt van mij gevraagd dat ik sta voor een nieuwe uitdaging. Of dat ik juist een streep moet zetten onder iets van mijn verleden. Jezus zegt tegen de leerlingen, en ook tegen mij, dat ik ‘de hele wereld in moet gaan’. Wat zou ik dan willen zeggen over wat God voor mij heeft gedaan? Hoe ga ik daarover spreken tegen hen, die ik in mijn eigen wereld tegenkom?
Als je nu de tekst opnieuw beluistert, luister dan zorgvuldig naar hoe die afloopt.
‘De Heer werkte met hen mee’. Ik ben niet alleen. Jezus gaat er mee door, voor zijn leerlingen aanwezig te zijn. En ook voor ons, door de Heilige Geest. Wat zal de Geest van God mogelijk maken in mijzelf, op dit ogenblik? Wat zegt de Geest, als Zij mij vandaag zendt om er op uit te gaan, als ik loop of sta of zit, precies op dit ogenblik?