Toen droeg Pilatus hem aan hen over om hem te laten kruisigen. Zij voerden Jezus weg; hij droeg zelf het kruis naar de zogeheten Schedelplaats, in het Hebreeuws Golgota. Daar kruisigden ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het midden. Pilatus had een inscriptie laten maken die op het kruis bevestigd werd. Er stond op ‘Jezus uit Nazaret, koning van de Joden’. Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks, en omdat de plek waar Jezus gekruisigd werd dicht bij de stad lag, werd deze inscriptie door veel Joden gelezen. De hogepriesters van de Joden zeiden tegen Pilatus: ‘U moet niet “koning van de Joden” schrijven, maar “Deze man heeft beweerd: Ik ben de koning van de Joden”.’ ‘Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven,’ was het antwoord van Pilatus.
Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn gewaad.’ Dat is wat de soldaten deden.
Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.
Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest.
«Suite No 2 D Minor BWV 1008» © Magnatune Magnatune license
«Suite No 2 D Minor BWV 1008» © Magnatune Magnatune license
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
Photonen vocaal ensemble zingt het lied Wie liegt die Stadt so wüst, gecomponeerd door Rudolf Mauersberger.
‘Daarom is ons hart bedroefd en onze ogen zijn duister geworden. Waarom wilt u ons zo graag vergeten? Breng ons terug bij U, Heer! Laat ons weer thuiskomen.’
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 19, vanaf vers 16.
Dit is een uiterst levendig ogenblik. Neem er de tijd voor dat te beseffen en te voelen. Laat toe dat het je leidt. Je kunt van detail naar detail gaan, en er telkens bij vertoeven. Als je een plaats ontdekt voor jezelf – bij de vrouwen, of in de menigte, blijf daar, en probeer te voelen wat het voor je betekent, op deze plek te zijn.
Je zou tijd kunnen nemen om te luisteren naar elk van de woorden die Jezus spreekt. Hóór ze, bid met ze, maak ze tot je eigen woorden.
Je zou ook je aandacht kunnen wijden aan Maria, hoe ze getuige is van de dood van haar Zoon. Je zou haar kunnen vragen dat ze dit ogenblik met je deelt, of jij met haar.
“Het is volbracht.” Je zou je gebed kunnen afsluiten door bij deze woorden te verwijlen.